Ga jij je spreekbeurt houden over konijnen? Leuk! Op deze pagina van Stichting DierNL lees je álles wat jij moet weten voordat je je spreekbeurt gaat houden…
Wij kennen konijnen allemaal als huisdier en op veel plaatsen in Nederland komt hij ook in het wild voor. Maar het konijn bestaat natuurlijk al veel langer en werd voor het eerst ‘gebruikt’ door de Romeinen. Ze werden gevangen, geslacht en opgegeten. Natuurlijk aten de Romeinen de vacht niet op, dus maakten ze hier warme kleding van, zoals jassen.
Jaren later werd het konijn als gerecht in Frankrijk erg populair. Helemaal in de tijden waarin de bevolking erg arm was. Het ‘voordeel’ van een konijn is dat hij goedkoop eten eet, namelijk gras, dat bijna overal groeit. Ook neemt een konijn natuurlijk minder ruimte in dan bijvoorbeeld een koe.
Pas na de Tweede Wereldoorlog, dus na 1945, werden konijnen als huisdieren gehouden.
Het konijn behoort tot de familie van de haasachtigen. Een konijn is in tegenstelling tot wat veel mensen denken, geen knaagdier. Er zijn veel verschillende soorten konijnenrassen. De kleur, haarlengte, grootte en de stand van de oren kan heel erg anders zijn per ras. Een Vlaamse reus is bijvoorbeeld een heel groot konijn, die kan wel 8 kilo wegen. Een dwergkonijn is vergeleken met een Vlaamse reus weer heel klein en weegt maar 1 kilo. De meeste konijnen wegen zo’n 1,5 tot 2 kilo.
De vacht van een konijn kan wit, bruin, roestbruin, grijs, blauw, of nog veel meer andere kleuren hebben. Konijnen zijn van nature buitendieren en zitten het liefst buiten. Ook in de winter kun je je konijn buiten houden zolang hij voldoende beschutting en stro in het nachthok heeft.
Net als een mens moet een konijn iedere dag eten krijgen. Dit kan konijnenvoer zijn wat je bij de dierenwinkel koopt, maar je kunt ook gras plukken in je tuin en dat aan het konijn geven. Een konijn eet precies zoveel als dat hij nodig heeft, je moet er dus voor zorgen dat het konijn altijd voer in zijn bakje heeft. Ook moet er iedere dag nieuw water in de waterfles of in het drinkbakje. Een konijn eet graag gras of andere grasachtige soorten, zoals tarwe, gerst, haver of mais. In het wild eten konijnen dit ook, maar tamme konijnen krijgen vaak ook andere dingen, omdat mensen een konijn graag voeren. Zorg er wel voor dat je het konijn niet te veel eten geeft, anders wordt hij dik.
Bij de geboorte is een jong konijn naakt en blind (net als katten!) en weegt het maar 40 gram. Na een week beginnen de haartjes van de kleine konijnen te groeien. Nog twee dagen later gaan de ogen open, dan kunnen ze eindelijk zien! De eerste drie weken blijft een konijn in het hol. Omdat de vacht dan vies wordt maakt een konijn zichzelf schoon door net als een kat zich met een poot te wassen. Na ongeveer drie weken is het konijn groot genoeg om uit het hol te gaan. Dan zullen de konijnen in de schemering naar buiten gaan.
Iedereen komt wel eens in een dierenwinkel. De ene wat vaker dan de ander, maar we weten allemaal dat je daar de schattigste dieren aantreft. Hamsters, cavia’s, konijnen en soms zelfs een fret. De verleiding is dan ook groot om er direct eentje uit te kiezen en mee naar huis te nemen. Waar in die gevallen niet over nagedacht wordt is hoeveel zorg een konijn eigenlijk nodig heeft. Net als mensen kunnen konijnen zich erg vervelen en dan worden ze onaardig, soms zelfs agressief. Ook moeten konijnenhokken regelmatig verschoond worden, eigenlijk minimaal één keer per week.
Laat konijnen nooit alleen los in de tuin. Ze hebben dan wel de ruimte, maar ontsnappen sneller dan je denkt. Ook kunnen ze dan giftige planten eten. De minimale oppervlakte voor een konijnenhok voor 2 konijnen is 2 m2. Er zijn overdekte rennen te koop die aan het hok bevestigd kunnen worden waardoor je konijnen altijd de benen kunnen strekken als je niet thuis bent.
Maar het belangrijkste wat een konijn van jou kan krijgen is aandacht. Oorspronkelijk leven konijnen graag in een groep. Dan hebben ze gezelschap van elkaar. Op het moment dat jij maar één konijn in een hok stopt heeft het konijn van jou aandacht nodig. Geef je dit niet, dan gaat het konijn zich snel alleen en ongelukkig voelen.
Wilde konijnen leven in de vrije natuur, het liefst op zandgronden. Ze zitten graag in half open landschappen tussen de struiken of bossen. Deze konijnen zijn oorspronkelijk afkomstig uit Spanje. Ze wonen in grote groepen, ook wel kolonies genoemd. Ze graven een doolhof met gangen en vluchtpijpen. De ondergrondse holen worden “wrangen” genoemd. De woonruimte is de “ketel” en deze is gegraven door de vrouwtjes. In de ketel komen een paar “pijpen” uit. Jonge konijntjes worden in speciale gangen geboren. Moeder konijn bekleedt dit met haren uit haar buikvacht. Hoe langer ze er wonen, hoe meer pijpen en holen konijnen hebben.
Wilde konijnen eten vooral gras, planten, schors en twijgen van jonge struiken. Er zit voldoende sap in hun eten en daarom hoeven ze niet veel te drinken.
Wist je dat...
DierNL ondersteunt de opvang van konijnen die gewond raken of ziek worden. Denk maar aan dierenasielen. Niet alleen wij mensen verdienen de beste zorg, ook de konijnen hebben aandacht en zorg nodig!
In Nederland worden nog altijd vele dieren verwaarloosd en aan hun lot overgelaten. Help deze dieren.